Onrust rondom Indië-onderzoek groeit

DEN HAAG (12 december 2021) – Opnieuw is er beroering rondom het grote Indië-onderzoek. Terwijl de resultaten pas begin volgend jaar worden gepresenteerd, zorgt een onlangs gepubliceerde brochure nu al voor ophef. Federatie Indische Nederlanders (FIN) begrijpt de groeiende zorgen. “Het lijkt er helaas steeds meer op dat de onderzoekers hun eenzijdige en partijdige opzet niet hebben weten te ontstijgen” aldus Hans Moll.

Alhoewel de betrokken onderzoekers hun kaken stijf op elkaar houden doet de brochure – over de verschillende deelstudies en het samenvattende overzichtswerk – het ergste vermoeden. Vooral de suggestieve titels, teksten en algehele sfeer geven de indruk dat de onderzoekers de opdracht van het kabinet, om “nadrukkelijk in te gaan op de brede context van de naoorlogse dekolonisatie”, naast zich hebben neergelegd en simpelweg afstevenen op een veroordeling van Nederland(se militairen) voor het geweld. Inmiddels heeft het ook Veteranen Platform (VP) opnieuw tegen het onderzoek stelling genomen. “Het heeft er nu alle schijn van dat onze Nederlandse en KNIL veteranen worden geslachtofferd en als zondebok worden aangewezen voor het wederzijds gebruik van (incidenteel buitensporig) geweld” aldus het VP in een statement. Diverse bronnen bevestiging tegenover FIN dat de kritiek van het VP achter de schermen binnen defensiekringen breed wordt gedeeld.

De ‘activistische’ brochure roept weliswaar verontwaardiging op, maar voor Moll komt zij niet als een verrassing. De voorzitter houdt zijn hart vast voor de uiteindelijke resultaten. “Uit de brochure blijkt dat, anders dan de onderzoekers altijd beweren, niet de ‘verschillende’ perspectieven bij dit onderzoek leidend zijn, maar vooral het perspectief van toenmalige vijand Indonesië. Dat doet geen recht aan de geschiedenis en geen recht aan de ruim 200.000 Nederlandse militairen die in voormalig Nederlands-Indië door onze regering zijn ingezet. Het doet ook geen recht aan het feit dat het overgrote deel loyaal, integer en naar eer en geweten heeft gehandeld. Het doet geen recht aan de bescherming die militairen hebben geboden aan alle vredelievende bevolkingsgroepen van de Indische archipel. En het doet evenmin recht aan de vele burgerslachtoffers die door toedoen van Indonesiërs vielen tijdens de Bersiap, de 6.300 gesneuvelde militairen en hun nabestaanden.” aldus Moll.

De brochure ondersteunt critici die menen dat het onderzoek het Nederlandse leed tijdens de Bersiap bagatelliseert. Vanaf de start van het onderzoek is er kritiek op de bevooroordeelde houding ten opzichte van de Bersiap en – in het verlengde daarvan – het betrekken van Bersiap-ontkenners bij het onderzoek. Ook het relatief geringe aantal onderzoekers dat op deze episode is gezet wekt argwaan. De ongerustheid werd verder aangewakkerd toen onderzoekers in een verklaring aankondigden dat zij de Bersiap willen “herconceptualiseren”. Volgens de onderzoekers heeft de herconceptualisering echter “niet tot doel ‘het Nederlandse leed te bagatelliseren’, zoals sommigen vrezen”. De onderzoekers hebben echter de schijn wel tegen, want ook op hun website wordt de Bersiap weggezet als een periode waarover “veel onduidelijkheden en mythes” bestaan.

Bersiap (1945-1946) is Maleis voor “Wees paraat” of “Geef acht!”. Het is de strijdkreet van Indonesische (para)militaire organisaties en bendes, die vrijwel direct na de capitulatie van Japan dood en verderf zaaiden onder aanvankelijk met name niet-Indonesiërs in Nederlands-Indië. Gedurende deze uiterst gewelddadige periode zijn duizenden (Indische) Nederlanders op gruwelijke wijze gemarteld, verkracht en vermoord door Indonesiërs, vanwege hun Nederlandse c.q. Europese etniciteit. Het exacte aantal Nederlandse slachtoffers is tot op heden onduidelijk. De schattingen variëren tussen de 5.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten. Ook Chinezen, Molukkers en andere groepen werden slachtoffer, al is onduidelijk hoeveel. Het geweld stopten niet na 1946. Het was tegen deze achtergrond dat de regering in 1947 besloot om het leger grootschalig in te zetten in Nederlands-Indië.

Het Indië-onderzoek ligt van meet af onder vuur vanwege de eenzijdige en partijdige opzet, maar ook omdat individuele onderzoekers met regelmaat de controverse zoeken. Zo zagen Anne-Lot Hoek en Remco Raben eerder geen probleem in hun pleidooi straten en pleinen naar Soekarno te vernoemen, terwijl Nederlandse standbeelden zouden moeten worden verwijderd. Ook de bizarre bewering van Rémy Limpach, dat “racisme in het DNA van KNIL-officieren” zou zitten, sorteerde woedende reacties. Vrij recent deed ook Fridus Steijlen een duit in het zakje. De onderzoeker blijkt auctor intellectualis van het eenzijdige frame van de “anti-Nederlandse propagandafilm” De Oost. Eerder weersprak Het NIOD de verwijten van partijdigheid nog door te stellen dat het individuele onderzoekers vrij staat om deel te nemen aan het maatschappelijke debat, maar dat standpunt lijkt door de gewraakte brochure inmiddels onhoudbaar.

Update 14 december 2021 15:31:
“Ronduit schokkend en stigmatiserend”. Dat is de reactie van het Regiment Huzaren van Boreel op de woordkeuze van de titels van het onderzoek. De publicatie van de brochure wekt volgens het regiment “de schijn van vooringenomenheid en ongewenste beïnvloeding van de publieke opinie zonder dat de Indië veteranen en hun achterban een eerlijke kans krijgen om zich hiertegen te verweren”. De huzaren onderschrijven dan ook de verklaring van het VP.

Update 28 december 2021 18:28:
Ook Stichting Nationaal Indië-monument 1945 – 1962 (NIM), dat de jaarlijkse (militaire) Indië-herdenking in Roermond organiseert, steunt het statement van het VP. “Niet alleen storen wij ons aan de suggestieve c.q. tendentieuze titels en de foto’s, ook schijnt het dat de focus van het onderzoek eenzijdig gericht is op excessief geweld, dat is gepleegd door Nederlandse militairen. Als dít representatief is voor de resultaten en conclusies van het onderzoek, dan baart dit ons grote zorgen omdat dit slechts één deelaspect uit het geheel weergeeft en dan ook nog wel in negatieve zin, waarbij hoofdzakelijk alleen maar het geweld van Nederlandse zijde wordt belicht” aldus de stichting in een verklaring, die zich “onaangenaam verrast” toont.

Tags: Indië-onderzoek.

6 thoughts on “Onrust rondom Indië-onderzoek groeit

  1. Ik was 9 toen we werden “bevrijd” uit Tjideng. Ik voel nog angst als ik terugdenk aan de momenten waarop
    dappere indonesiers het kamp vol uitgehongerde vrouwen en kinderen aanviel. Ik word helemaal misselijk als
    ik zie hoe betweterige non-valeurs onze KNIL mensen besmeuren.

  2. Bauke Geersings boekje “”De Nederlandse Krijgsmacht tijdens de dekolonisatie van Ned.Indië 1940-1945″” vat haarscherp samen hoe de onderzoekscommissie werkt. Lees het, mensen!
    Hij analyseert grondig hun werkwijze en conclusies. Er blijft niets over van hun onwetenschappelijk, volkomen eenzijdig, doelgericht beeld: Nederland en zijn historie te ontkennen! Feitelijke bronnen worden niet geraadpleegd. Nog erger: een indoctrinair verdraaid verhaal met als doel veteranen en Indische Nederlanders, Chinezen, Molukkers, Nederlanders enz te beschadigen en hun goede naam te besmeuren! Ik woonde op Java van 1931-1950! Ons verhaal wordt terzijde geschoven.
    Geersing lezen zou de ontvangers van dit rapport februari 2022 de ogen moeten openen, laten we DAT hopen!

  3. Mij komt het voor dat de ” onderzoekers” een lucratief gat in de markt hebben gevonden. Geef eenzijdig gruwelijke daden van enkele KNIL en Hollandse militairen in Ned. Indie weer en je hebt weer een spannend boek voor de massa.
    Kassa, en erkenning in de media!
    Corrupte wetenschappers noem ik dat= mr drs Jos Otten ,Indo

  4. Activisten vermomt als ‘onderzoekers’. Ik vind het maar laf en laag om zulk een smerig spel te spelen over hen die zich vaak niet meer kunnen verdedigen. En en passant nog even de Bersiap bagatelliseren. Zonder de Nederlandse militairen zouden de Indonesiërs ons Nederlanders, maar ook Chinezen en Molukkers allemaal hebben afgeslacht. En dat ging niet met een kogel, maar met bamboesperen en machetes. Maar dat deert de onderzoekers allemaal niets. Allemaal om ‘de Indonesiër’ als arm, zielig slachtoffer af te beelden en de Nederlanders als brute, uitbuitende oorlogsmisdadigers. Blijkbaar is een Nederlands leven minderwaardig. Waarvan akte.

  5. Deze ‘onderzoekers’ zijn op niets anders uit dan het beschadigen van onze militairen. Slechts een deel van het onderzoek wordt aan de Bersiap besteed. Alle andere deelonderzoeken richten zich op geweld door Nederlandse militairen. Hoe eenzijdig wil je het hebben? Dit is alleen mogelijk in Nederland.

  6. Dit onderzoek is vals en er alleen maar op uit om onze helden te besmeuren. Tezamen met het belachelijk goedkeurende geknik van Van Vree op het geschreeuw van Soekarno apologeet Jeffry Pondaag, dat de inzet van Nederlandse militairen een ‘oorlogsmisdaad’ moet zijn, hebben de onderzoekers zich al lang en breed gediskwalificeerd. Ik mag toch hopen dat de Tweede Kamer ingrijpt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *