OPINIE (11 mei 2020) – In zijn nu al historische speech op De Dam uitte Koning Willem-Alexander tijdens de afgelopen Dodenherdenking kritiek op zijn overgrootmoeder. Haar radio-toespraken vanuit Londen bleken toch minder te glansen dan men in het verleden graag deed voorkomen.
Het kan niet vaak genoeg herhaald worden: het Nederlandse optreden met betrekking tot de Jodenvervolging is pijnlijk, laf en laakbaar. Er was veel collaboratie in Nederland, ook vanuit overheidsorganen en instellingen. Er was weinig mededogen onder de Nederlanders met het lot van de Joden. De koningin in ballingschap had daar meer aandacht aan moeten besteden.
De koning: “Medemensen voelden zich in de steek gelaten, onvoldoende gehoord, onvoldoende gesteund”. Koningin Wilhelmina verwees in Londen slechts in drie van haar 31 toespraken naar de Jodenvervolging. Het laat hem maar niet los zei hij.
Volgens verschillende commentatoren en historici is deze toon hetzelfde als de toon die de koning aansloeg toen hij in maart een staatsbezoek aan Indonesië bracht. Daar maakte hij, tegen ieders verwachting in, excuses “voor de geweldontsporingen aan Nederlandse zijde tijdens de jaren 1945-1949”.
Deze vergelijking, is niet alleen pijnlijk voor overlevenden van die periode, maar gaat ook mank. Niet vergeten mag worden dat het militaire optreden in voormalig Nederlands-Indië noodzakelijk was. Vrijwel direct na de capitulatie van Japan begon de bloedige Bersiap-periode. In die periode werden zo’n 5 tot 30.000 (Indische) Nederlanders, vanwege hun Nederlandse afkomst, door Indonesiërs op gruwelijke wijze gemarteld, verkracht en vermoord.
De rol van Nederland bij de Holocaust enerzijds en de dekolonisatie van Indië anderzijds zijn niet te vergelijken. Waar Nederland bij de Jodenvervolging veel steken heeft laten vallen, heeft Nederland in Indië militair ingegrepen om haar burgers te ontzetten en te beschermen.
Waar het inzicht van de Koning met betrekking tot de rol van Nederland bij de Jodenvervolging valt te prijzen, is die ten aanzien van het militaire optreden in Nederlands-Indië onder de maat. Zijn uitspraak: “medemensen voelden zich in de steek gelaten, onvoldoende gehoord, onvoldoende gesteund” gaat zeker op voor de laatste Nederlandse overlevers van de dekolonisatieperiode.
Hans Moll, voorzitter Federatie Indische Nederlanders (FIN)