DEN HAAG (24 januari 2022) – Zojuist is de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak afgelopen, die vijftien individuele eisers en de Stichting Japanse Ereschulden (JES) hebben aangespannen tegen de Nederlandse staat. De eisers vorderen een vergoeding van de staat voor oorlogsschade opgelopen tijdens de Japanse bezetting in voormalig Nederlands-Indië.
De eisers willen een compensatieregeling, omdat veel slachtoffers van de Japanse bezetting zowel materiële als immateriële schade hebben opgelopen. Door het Vredesverdrag met Japan uit 1951 en het zogenoemde Yoshida-Stikker-Protocol uit 1956 heeft de Nederlandse staat de vorderingsrechten van de Nederlandse slachtoffers op de Japanse staat prijsgegeven, zonder dat de Staat de oorlogsschade zelf heeft vergoed aan de slachtoffers, terwijl die daartoe wel verplicht zou zijn.
Update 24 januari 2022 16:05:
De Rechtbank Den Haag heeft de zitting gesloten en zal op woensdag 20 april 2022 om 10u uitspraak doen.
Update 20 april 2022 17:00:
De uitspraak is uitgesteld tot woensdag 1 juni 2022 om 10u.
Update 1 juni 2022 10:15:
De Nederlandse Staat hoeft de Nederlandse slachtoffers van de Japanse bezetting uit voormalig Nederlands-Indië financieel niet te compenseren. Dat heeft de Rechtbank Den Haag geoordeeld in een zaak die was aangespannen door vijftien individuele eisers en de Stichting Japanse Ereschulden. De vordering zou zijn verjaard. Wel overwoog de rechtbank dat sprake is geweest van ongeoorloofd onderscheid bij de compensatie tussen slachtoffers van de Duitse en Japanse bezetter.
Maak er zeker melding van in mijn boek “Vergeten verbinding. De Tweede Wereldoorlog in Zuid-Oost Azië”.