DEN HAAG (30 mei 2022) – Het Comité 4 en 5 mei zegt met het wijzigen van het officiële memorandum te willen “verbinden”. Dat laat bestuurslid Liane van der Linden in een reactie weten. Het Comité ontkent dat er (Indonesische) oorlogsmisdadigers worden herdacht.
Eerder deze maand ontstond nog de nodige beroering, nadat het comité kort voor de Nationale Dodenherdenking liet weten dat de officiële tekst over wie we herdenken was aangepast. Dit jaar is de “koloniale oorlog in Indonesië” toegevoegd aan het memorandum en worden “alle Nederlandse en Indonesische slachtoffers” herdacht. Daar vallen dus ook Indonesiërs onder die vochten voor de toenmalige vijand, waaronder oorlogsmisdadigers.
De aanpassingen liggen onder (Indische) Nederlanders dan ook zeer gevoelig, omdat deze groep zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog als tijdens de daaropvolgende Bersiap zwaar heeft geleden onder de Japanse én Indonesische terreur. Het Comité ontkent echter dat er door de wijziging nu (Indonesische) oorlogsmisdadigers worden herdacht. “Wij maken een heel duidelijk onderscheid tussen plegers van oorlogsmisdaden. Die herdenken wij niet” aldus Van der Linden.
In hoeverre dat ook daadwerkelijk het geval is valt te bezien. Helder is evenwel dat tijdens de Nationale Dodenherdenking nu mensen worden herdacht die niet zijn omgekomen aan de zijde van Nederland, maar daar juist tegen hebben gevochten. De vraag is hoe het herdenken van deze Indonesische daders zich verhoudt tot de Nederlandse slachtoffers die traditioneel op 4 mei worden herdacht, zoals Indische Nederlanders.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden (Indische) Nederlanders, onder het motto “Azië voor Aziaten”, vervolgd door Japan (toentertijd bondgenoot van Nazi-Duitsland) en samenspannende Indonesiërs. In totaal zouden er naar schatting 25.000 (Indische) Nederlanders in de beruchte jappenkampen of anderszins in gevangenschap zijn omgekomen. Het aantal Buitenkampers dat de oorlog niet heeft overleefd is onbekend.
Ook na de capitulatie van Japan zaaiden Indonesische (para-)militaire organisaties en bendes dood en verderf onder (Indische) Nederlanders vanwege hun Nederlandse en/of Europese afkomst. Ditmaal was het adagium “Indonesië voor Indonesiërs”. Het exacte aantal Nederlandse (burger)slachtoffers dat tijdens de Bersiap door Indonesiërs is vermoord is tot op de dag van vandaag onduidelijk. De schattingen variëren tussen de 5.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten.
Het Comité spreekt tegen te zijn gezwicht voor radicale activisten. “Zo kun je alles op een bepaalde manier framen, terwijl als je het comité hebt gevolgd de afgelopen jaren, dan zie je dat het stappen zijn die echt op elkaar volgen. “Zo´n grote wijziging is het niet als u kijkt naar wat we de afgelopen jaren hebben gedaan en herdacht” aldus Van der Linden, die ook benadrukt dat het memorandum niet in beton is gegoten. “Het kan heel goed zijn dat over een aantal jaren we misschien weer hier staan”.
Dat het geweld, ons aangedaan in Nederlands-Indië, er voor het gros van de Nederlanders niet toe doet is pijnlijk.
Dat het NL kabinet en aanpalende organisaties als Bronbeek, NIMH, NIOD en Rijksmuseum nog immer steeds zoetere broodjes bakt met die roofstaat die nog immer genocide pleegt op mijn vrienden de Papua’s… dat is onverdraaglijk!! Niet voor niets is Indonesia één van de weinige landen die poetin niét veroordeelt. Onbegrijpelijk!!