DEN HAAG (26 juli 2022) – Het is vandaag precies 72 jaar geleden dat het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) werd ontbonden. Het KNIL was actief tussen 1814 en 1950 in voormalig Nederlands-Indië en kende een zeer gemêleerde samenstelling. Naast (Indische) Nederlanders namen vooral inheemse militairen dienst, waaronder een grote groep Molukkers.
Het KNIL, dat aanvankelijk onderdeel was van het Nederlandse leger, ontwikkelde zich in de jaren 1820-1830 tot een zelfstandig functionerende troepenmacht. Het leger bestond voor vrijwel honderd procent uit beroepsmilitairen en werd aangestuurd vanuit het Ministerie van Koloniën in Den Haag. Op 26 juli 1950 werd het KNIL officieel ontbonden, mede als gevolg van de soevereiniteitsoverdracht eind 1949 van Nederland aan Indonesië. Een deel van de militairen kon hun loopbaan vervolgen bij de Koninklijke Landmacht. Het Molukse smaldeel kende een ander lot. Zij werden op dienstbevel naar Nederland verscheept, alwaar zij werden ontslagen en in barakken werden ondergebracht.
Tussen 1947 en 1949 werden 60.000 KNIL-militairen, samen met 140.000 militairen uit Nederland, grootschalig ingezet om de “rust en orde te herstellen” in het toenmalig Nederlands-Indië. Tijdens deze ‘Politionele Acties’ sneuvelen naar schatting 4.751 militairen. De militaire inzet kwam pas na de Bersiap, dat Maleis is voor “Wees paraat” of “Geef acht!”. Het is de strijdkreet van Indonesische (para)militaire organisaties en bendes, die vrijwel direct na de capitulatie van Japan dood en verderf zaaiden onder met name niet-Indonesiërs in voormalig Nederlands-Indië. Gedurende deze uiterst gewelddadige periode hebben Indonesiërs naar schatting tussen de 5.000 en 30.000 (Indische) Nederlanders vermoord.
Indië-veteranen, waaronder die van het KNIL, liggen desondanks momenteel hevig onder vuur. Veel veteranen voelen zich, mede door het de onlangs gepubliceerde resultaten van het eenzijdige Indië-onderzoek, weggezet als oorlogsmisdadigers. De veteranen vinden het onderzoek sowieso partijdig, zeker nadat een van de betrokken onderzoekers, historicus Rémy Limpach, beweerde dat “racisme zit in het DNA van KNIL-officieren”. Die uitspraken leidden tot woedende reacties onder Indië-veteranen en Indische Nederlanders. Volgens Limpach had hij het echter zo niet bedoeld. Hij nuanceerde daarom eerder dit jaar die stelling. Volgens de historicus wilde hij eigenlijk zeggen dat racisme “onderdeel was van de koloniale mindset”.