DEN HAAG (30 mei 2021) – Het grote Indië-onderzoek gaat de gruwelijke Bersiap “herconceptualiseren”. Dat staat in een opmerkelijke verklaring over ‘veelstemmigheid en multiperspectiviteit’, dat de onderzoekers hebben gepubliceerd. De verklaring leidt tot onrust binnen Indisch Nederland. Volgens critici is het opnieuw een aanwijzing dat het Nederlandse leed tijdens de Bersiap wordt gebagatelliseerd.
Volgens de onderzoekers dient de Bersiap “niet langer (gezien)” te worden “als aanduiding van een periode waarin in de Nederlandse historiografie vooral Nederlandse en Indische Nederlanders slachtoffers waren van Indonesische gewelddadigheden, of, nog sterker, als slachtoffers van een etnisch-gemotiveerde strijd, maar als tijdvak waarin ook (…) andere bevolkingsgroepen slachtoffer werden van Indonesische (sic) geweld”. “Een typische stropop-redenering” aldus Hans Moll, voorzitter van Federatie Indische Nederlanders (FIN), tegenover Veren of Lood. Hij wijst onder andere op de officiële Nederlandse rechtvaardiging om troepen naar voormalig Nederlands-Indië te sturen en de Nederlandse historiografie. “Nergens gaat men voorbij aan de ontelbare slachtoffers onder Molukkers, Depokkers, Chinezen en Menadonezen, evenals die onder de inheemse bevolking”.
Bersiap (1945-1946) is Maleis voor “Wees paraat” of “Geef acht!”. Het is de strijdkreet van Indonesische (para)militaire organisaties en bendes, die vrijwel direct na de capitulatie van Japan dood en verderf zaaiden onder met name niet-Indonesiërs in Nederlands-Indië. Gedurende deze uiterst gewelddadige periode zijn duizenden (Indische) Nederlanders op gruwelijke wijze gemarteld, verkracht en vermoord door Indonesiërs, vanwege hun Nederlandse c.q. Europese etniciteit. Het exacte aantal Nederlandse slachtoffers is tot op heden onduidelijk. De schattingen variëren tussen de 5.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten. Ook Chinezen, Molukkers en andere groepen werden slachtoffer, al is onduidelijk hoeveel. Het geweld stopten niet na 1946. Het was tegen deze achtergrond dat de regering in 1947 besloot om het leger grootschalig in te zetten in Nederlands-Indië.
Volgens het Indië-onderzoek heeft de herconceptualisering “niet tot doel ‘het Nederlandse leed te bagatelliseren’, zoals sommigen vrezen”. “Die vrees is bij sommigen echter ontstaan omdat het onderzoek van meet af aan de Bersiap heeft afgeschilderd als een periode waarover ‘veel onduidelijkheden en mythes’ bestaan” memoreert Moll. Daarnaast zou het onderzoek de Bersiap wel degelijk bagatelliseren door onder andere een relatief geringe aantal onderzoekers op deze episode te zetten. “Daarmee gaat men ook en passant voorbij aan het feit dat het hoge aantal Bersiap-slachtoffers Nederland dwong om een aanzienlijke troepenmacht naar Indië te sturen” schetst Moll. Anders dan de onderzoekers suggereren blijken niet ‘verschillende’ perspectieven leidend om de dekolonisatie te begrijpen, maar fungeert “het perspectief van de toenmalige vijand Indonesië als leidraad”.
Het Indië-onderzoek ligt van meet af onder vuur vanwege de eenzijdige en partijdige opzet, maar ook omdat individuele onderzoekers met regelmaat de controverse zoeken. Zo zagen Anne-Lot Hoek en Remco Raben eerder geen probleem in hun pleidooi straten en pleinen naar Soekarno te vernoemen, terwijl Nederlandse standbeelden zouden moeten worden verwijderd. Ook de bizarre bewering van Rémy Limpach, dat “racisme in het DNA van KNIL-officieren” zou zitten, sorteerde woedende reacties. Vrij recent deed ook Fridus Steijlen een duit in het zakje. De onderzoeker blijkt auctor intellectualis van het eenzijdige frame van de “anti-Nederlandse propagandafilm” De Oost. Het NIOD weerspreekt de verwijten van partijdigheid en zegt dat het individuele onderzoekers vrij staat om deel te nemen aan het maatschappelijke debat.
Indië-onderzoek gaat – onder het mom van "veelstemmigheid en multiperspectiviteit" – gruwelijke #Bersiap ‘herconceptualiseren’. Eerder deed @NIODamsterdam Bersiap al af als "complexe periode waarover nog steeds veel onduidelijkheden en mythes bestaan" https://t.co/W0QbjCvD47 https://t.co/OWMGTihrUa pic.twitter.com/7Q0y6a7L1A
— Federatie Indische Nederlanders (@FederatieIndo) May 30, 2021
Tags: Indië-onderzoek.
FIN: De misdaden gepleegd door Indonesiërs tijdens de Bersiap zijn van een dusdanige aard en evident strafwaardig etc.
“Het gaat om een genocideverdrag van 12/1/1951. De bersiap kan – wanneer er sprake is van een genocide – daarom niet meer bestraft worden. Wel kunnen de misdaden buiten de rechtbank “bestempeld” worden als een genocide, Deze bestempeling kan recht doen aan de subjectieve beleving van slachtoffers en nabestaanden en kan enige voldoening geven.” (bron: L.C. Hol).
Dit genocideverdrag wil aangeven dat wij voorzichtig moeten zijn met het aangeven van een genocide. Want waar/bij wie ligt de verantwoordelijkheid?
Indonesiërs zijn niet als zodanig verantwoordelijk. Een leger of andere strijdgroepen ook niet. De regering is verantwoordelijk, zij oefenen het gezag uit over de ingezetenen. (een van de criteria voor het staat-zijn). Indonesie had immers op 17/8/1945 haar eigen staat uitgeroepen.
“In diverse grote steden zijn de politie relatief goed georganiseerd.” In Soerabaja inderdaad. Maar waar waren ze tijdens de bersiap? Ik heb ze niet gezien. Toen in Soerabaja de bersiap voorbij was, eind december, waren ze weer op straat. (Bron: Jan A. Somers, indoloog).
1. Soekarno, geen (revolutionair) mens is onbesproken, hij ook niet, net als Lenin, Stalin, Begin, Arafat enzv. . Het gezicht van de vrijheidsstrijd maar ook een manipulator die (in)direct verantwoordelijk is voor de dood van honderdduizenden/miljoenen vrijwilligers voor Japan.
Misschien ook wel gelukkig, anders was de Bersiap nog dodelijker geweest voor de koloniale bevolking en diegenen die ermee verbonden waren.
2. Wat mij opvalt, als witte Nederlander van *1948, is dat overduidelijk was dat de niet witte bevolking grotendeels onafhankelijkheid wilde en dat de Nederlandse overheid en politici nagenoeg alle signalen die daar al jaren naar wezen, niet wilde horen en niet wilde begrijpen. Uiteraard geholpen door de industriële ondernemingen. Dat bleek ook uit het verwerpen van de overeenkomst van Lingidjati. De Britten begrepen wel wat er in India gaande was en bewogen op tijd mee. Nederlandse machthebbers van voor 1940 hadden maar een smalle blik op de wereld. Treffend anekdotisch voorbeeld vind ik jhr. de Geer die aangekomen in mei 1940 in Engeland een bezoek bracht aan Churchill en in zijn beste Engels Churchill begroette met ‘ Goodbye mr. Ch’ (waarop deze reageerde met’this is the shortest visit i ever had’.
3. De mooie koloniale tijd in Indië was toch maar zeer kort, pas rond 1920 was het laatste verzet in Indie de kop ingedrukt, de welvaart leunde op het uitbuiten van de inlanders en de beurskrach in New York in 1930 liet zich ook in Indië gelden. Net ervan hersteld begon de 2d WO.
4. Als ik was geboren rond 1910-1920 was ik ook naar Indië gegaan (en had dan waarschijnlijk wel het loodje gelegd voor 1945).
5. Nederland is, door het niet tijdig laten scholen van een toekomstige bestuurselite, indirect verantwoordelijk voor het leed wat de machthebbers het Indonesische volk hebben aangedaan.
6. Mijn bovenstaande uitspraken zijn mede tot stand gekomen door het lezen van veel boeken van en over onze voormalige kolonie van voor 1940 en publicaties/films/documentaires erna.
Bv De Belgen hebben zijn even beroerd omgegaan met de onafhankelijkheidswensen in de Kongo terwijl zij ruim 15 jr meer tijd hadden om zich voor te bereiden.
Zijn ze helemaal gek geworden?
De tranen springen in mijn ogen, waar is de geschiedenis van alle vrouwen en kinderen die na alle ellende in de Jappenkampen vervolgd en gemarteld werden gedurende de bersiaptijd. Dit is Bersiapontkenning ik ben blij dat mijn lieve moeder, oma en tante dit niet meer meemaken. Het is echter wel heel vaak dat vrouwenmishandeling, verkrachting en moord ontkend worden in en buiten oorlogstijden.
Op de website http://www.ind45-50.org lees ik dat er ook een zogenaamde Maatschappelijke Klankborggroep is. “De Maatschappelijke Klankbordgroep Nederland bestaat uit vertegenwoordigers van diverse organisaties en instellingen op het terrein van herdenking en herinnering. De Klankbordgroep geeft gevraagd en ongevraagd advies ten aanzien van de uitvoering van de verschillende projectplannen en activiteiten, vooral waar het gaat om de repercussies van het onderzoek op de samenleving. De Klankbordgroep wordt voorgezeten door mevrouw W. (Winnie) Sorgdrager.” Hebben jullie al contact met mevrouw Sorgdrager opgenomen? Zij is toch ook Indisch? En wat is eigenlijk het standpunt van de verschillende Indische organisaties binnen deze klankborgroep? Volgens de website zijn 15 augustus 1945, het Indisch Herinneringscentrum, het Indisch Platform, het Nationaal Indië-monument en Pelita lid.
Die zogenaamde onderzoekers zouden zich kapot moeten schamen
Alle informatie die over dit onderzoek tot mij komt baart mij ernstige zorgen. Ik vrees een politieke afrekening met ons Indische verleden. Een afrekening die niets maar dan ook niets met de werkelijkheid van doen heeft. Een soort aflaat voor antikoloniaal Nederland. En dan te bedenken dat onze grootouders door bloeddorstige Indonesiërs uit hun land zijn verjaagd. Opgejut door Soekarno. Binnen het onderzoek een held. Veel Nederlanders zijn op beestachtige wijze vermoord. En wat doet dit onderzoek? Een klein deelonderzoekje naar die afschuwelijke Indonesische oorlogsmisdaden, waarin de Bersiap wordt geherconceptualiseerd (lees: gebagatelliseerd). Ik kan er met mijn pet niet bij.
“Het grote Indië-onderzoek gaat de gruwelijke Bersiap “herconceptualiseren”. Dat staat in een opmerkelijke verklaring over ‘veelstemmigheid en multiperspectiviteit’”
Dit kon je van mijlenver zien aankomen. Het Indië-onderzoek was een van de eerste brandhaarden waar de wokegekte danig om zich had heen geslagen. Er is helaas nog geen vaccin. Dat de onderzoekers vrijwel direct na de start om tafel gingen met radicale activisten van De Grauwe Eeuw (Michael van Zeijl) en haar zusterorganisaties Geen4meivoormij (Rogier Meijerink), het Dekolonisatienetwerk (Lara Nuberg), Omroep Bersama (Marjolein van Pagee) en totaalgekkie en Soekarno-adept Jeffry Pondaag, maakte direct duidelijk uit welk hout de onderzoekers gesneden zijn. Het is aanfluiting voor de wetenschap en een regelrechte belediging voor alle slachtoffers van Indonesische oorlogsmisdaden.
https://www.ind45-50.org/gesprek-met-ondertekenaars-open-brief#:~:text=Op%20donderdag%2031%20januari%20vond,ondertekenaars%20van%20een%20open%20brief.
Dit is gewoon geïnstitutionaliseerde bersiapontkenning en dat lijkt me gewoon strafbaar. Is het een idee om aangifte te doen?
Het gaat in Indonesie niet om bersiapontkenning. In plaats daarvan wordt in Indonesie elk jaar op 10 november de Heldendag gevierd.
“dat de Bersiap in Soerabaja (aantal slachtoffers aan Nederlandse zijde geschat op 1000, exclusief Chinezen, samenvalt met de Indonesische vrijheidsstrijd tegen de Britten, 10 November Hero’s day.” Heldendag dus op z’n Nederlands. Zo vreemd is dat toch niet? Vanaf 10 november, het begin van de slag om Soerabaja van de 5th Indian Division, werd de militaire verdediging door de Indonesiërs voor het eerst als leger opgebouwd. De bersiap deed er niet meer toe, al bleven de moorden en plunderingen doorgaan. Maar vanaf 10 november kende Indonesië helden! De bersiap werd doodgezwegen. (Bron: Jan A. Somers)
Bersiap-ontkenning is iedere uiting die de historische werkelijkheid van de Bersiap ontkent, met name het racistische en extreme geweld tegen (Indische) Nederlanders en Chinezen evenals het extreme geweld tegen Molukkers en van Nederlandse sympathie verdachte Indonesiërs, zoals gepleegd door Indonesiërs in voormalig Nederlands-Indië gedurende in ieder geval de periode vanaf september 1945 tot en met begin 1946.
Zeer beperkt opgevat omvat Bersiap-ontkenning iedere bewering dat de Bersiap nooit heeft plaatsgevonden. Bersiap-ontkenning omvat echter ook het ontkennen of in twijfel trekken van het specifieke geweld van de Bersiap, zoals het bij leven in stukken hakken (tjintjangen), doorboren met puntige bamboestokken (bamboe roentjing’s) en het seksueel misbruiken van slachtoffers, alsmede het racistische en/of intentionele karakter daarvan.
Onder Bersiap-ontkenning valt tevens iedere uiting die de impact, het aantal slachtoffers, de verantwoordelijkheid van de daders of de belangrijkste elementen van de Bersiap ontkennen dan wel bagatelliseren en/of de slachtoffers (in welke vorm dan ook) verantwoordelijk stellen (voor het veroorzaken) van de Bersiap.
Heeft u ook rekening gehouden met het verschil in perspectief? Er was voor Indonesie geen sprake van ontkenning. Voor de Indonesiers ging de bersiap “als vanzelf” over in Revolusi (revolutie). Die zij elk jaar herdenken op 10 november, de Dag der Helden.
Echter, iedereen interpreteert het geweld anders. In het Nederlands-Indisch perspectief gaat het om het vergeten geweld. Met het huidig onderzoek is men niet tevreden. Er dient daarom meer onderzoek te worden gedaan naar het oogmerk van het geweld, de regionale verschillen op Java en het geritualiseerde karakter van sommige gewelddaden. Er bestaat een genocideverdrag dat sinds 12 januari 1951 juridisch bindend is. Gepleegde misdaden voor deze datum kunnen wettelijk niet vervolgd worden.
(Bron: Bersiap! Het vergeten geweld in Indonesie. Bachelorscriptie van L.C. Hol, 2019)
U schrijft: “Er bestaat een genocideverdrag dat sinds 12 januari 1951 juridisch bindend is. Gepleegde misdaden voor deze datum kunnen wettelijk niet vervolgd worden”.
Dit is wel heel kort door de bocht. De misdaden gepleegd door Indonesiërs tijdens de Bersiap zijn van een dusdanige aard en evident strafwaardig dat het toen ontbreken van een strafbepaling dan wel de latere inwerkingtreding van het genocideverdrag en/of andere verdragen voor eventuele berechting voor deze oorlogsmisdaden/misdaden tegen de menselijkheid niet in de weg staat. Volgens dezelfde lijn zijn ook Nazi- en Japanse oorlogsmisdadigers voor respectievelijk het Neurenberg en Tokyo-tribunaal vervolgd, voor onder andere genocide en andere zeer ernstige vergrijpen.