5 thoughts on “Bersiap-monument nu kwestie van tijd. Haags college om

  1. Dat werd tijd, dat er in Nederland een monument komt voor alle mensen, die op gruwelijke wijze vermoord en gedood werden door de Indonesiërs. Waarom werd dat altijd op de lange baan geschoven? Het waren allen Nederlandse staatsburgers, maar ook Molukkers, die vooral in het KNIL zaten en die ook niet erkend werden in Nederland!

  2. Eindelijk.

    Als een Indonesische vertegenwoordiger het monument ook gaat onthullen, met excuses, dan pas zal dat stuk geschiedenis voor velen ‘afgesloten’ kunnen worden.

    Dan rest de kwestie backpay nog.

  3. Het monument is bedoeld om de slachtoffers van de Bersiap te herdenken, een gewelddadige periode aan het begin van de Indonesische Revolusi.

    Over welke slachtoffers praten we precies? Er bestaat nog steeds onduidelijkheid over het aantal slachtoffers onder (Indische) Nederlanders en sympathiserende Indonesiërs in de Bersiap . Het geweld was misschien niet zo algemeen als vaak wordt verondersteld, zoals door de onderzoekers Captain en Sinke in hun boek “Geluid van Geweld. Voorlopige resultaten van een empirisch onderzoek lijken dat te bevestigen.

    Het Haagse raadslid Andrew van Esch wil met het monument zijn oma van Esch geboren Doornweerd en haar vier kinderen herdenken. Maar er is iets vreemds aan de hand met zijn familie. Hoewel namen van Bersiap-slachtoffers op de website van de Oorlogsgravenstichting OGS zijn vastgelegd, ontbreken op deze web site de namen van de vijf leden van het gezin Van Esch.
    Volgens Andrew van Esch overleden zijn familieleden in een ‘beschermingskamp’ aan de gevolgen van dysenterie. Lijkt het toeval dat de 5 (vij) familieleden in een tijdbestek van acht dagen stierven! Hun graf zou onbekend zijn! Maar als ze al in 1946 in de overlijdensregisters van Batavia/Jakarta zijn vastgelegd, betekent dat dat ze hoogstwaarschijnlijk begraven zijn. Zonder lijk werd niet eenvoudig een overlijdensakte afgegeven. Ze werden hoogstwaarschijnlijk begraven in Solo/Surakarta.

    Het is opvallend dat in ‘beschermingskampen’ in Solo/Soerakarta tientallen mensen zijn overleden aan dysenterie en/of ondervoeding, die veel voorkwamen in Japanse interneringskampen. Een vergelijking tussen beide kampen lijkt daarom gerechtvaardigd.
    Solo/Soerakarta lag in Republikeins gebied. Zelfs het Internationale Rode Kruis maar ook president Soekarno hadden deze Republikeinse Beschemingskampen in Solo/Soerakarta geïnspecteerd en hun goedkeuring aan gegeven. Het Indonesische Rode Kruis hield toezicht op de gang van zaken in deze kampen en kan ter verantwoording worden geroepen. Dt Rode kruis kan tenminste nalatigheid worden verweten door niet adequaat te reageren op een dysenterie uitbraak in de republikeinse of beschermingskampen.

    In Malang was er zelfs sprake van een “dysenterie-epidemie” waarbij binnen korte tijd meer dan honderd Indische Nederlanders, met name Indo-Europeanen, stierven in Republikeinse Beschermingskampen. Ook hier ontbreken veel namen van slachtoffers op de website van de Oorlogsgravenstichting, terwijl in de overlijdensregisters in Batavia/Jakarta deze namen wel voorkomen.

    Malang en Solo/Soerakarta staan niet op zichzelf. H.Th. Bussemaker spreekt in zijn boek ‘Bersiap opstand in het Paradijs’ over “Oversterfte” in deze Re kampen. Op basis van een voorlopig kwantitatief onderzoek naar sterfgevallen in Republikeinse beschermingskampen is daarvoor wel wat te zeggen.

    De term ‘Beschermingskamp’ voor de Republikeinse kampen in Indonesië/Nederlands-Indië is in Nederland geïntroduceerd door mevrouw M.C. van Delden. Hoewel haar intentie misschien goed was, kan deze term misleidend zijn, omdat de omstandigheden in deze kampen vaak verre van “Beschermend” waren.

    De Bersiap en de Republikeinse of Beschermingskampen staan niet op zichzelf. Voor een historisch begrip dienen de gewelddadige gebeurtenissen aan het begin van de Indonesisch Revolusi, in Nederland ook wel Bersiap genoemd EN de Republikeinse of Beschermingskampen als één proces worden beschouwd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *