
DEN HAAG (9 september 2024) – Het is een kwestie van tijd voordat er in Den Haag een monument verrijst als eerbetoon aan de slachtoffers van de Bersiap. Het Haagsche College van Burgemeester en Wethouders is om. Eerder schaarde al een ruime meerderheid zich achter een motie van Richard de Mos (Hart voor Den Haag) met die strekking. Daarmee is de Hofstad de eerste stad in Nederland met een monument om de slachtoffers van het gruwelijk racistisch Indonesische geweld te herdenken.
De Mos is verheugd dat het monument er nu eindelijk echt komt. “Vrijwel alle Indische Nederlanders hebben een relatie met deze verschrikkelijke periode. Daarom is het goed dat het college eindelijk heeft besloten dat er een monument komt dat herinnert aan deze periode” aldus de aanvoerder van de grootste partij van Den Haag. De Mos noemt Den Haag als Weduwe van Indië daarvoor de meest logische plek. “Deze periode van moord, marteling en verkrachting, mag niet worden vergeten. Zeker niet omdat erkenning van het leed van de slachtoffers en heel veel nabestaanden veel te lang heeft geduurd”. Eerder was De Mos nog zeer kritisch op het college, omdat het in zijn ogen veel te lang duurde voordat het college aan de slag ging met zijn motie. Nu schaart het college zich dus toch achter het monument.
Dat het college nu om is komt volgens ingewijden door intensieve lobby van De Mos én de bemoeienis van D66-raadslid Andrew van Esch, wiens familie zelf werd getroffen door de Bersiap. In een reactie toont Van Esch zich blij met het nieuws dat het monument er nu echt gaat komen. “Ik ben velen dankbaar die dit mogelijk hebben gemaakt en heb respect voor hun geduld. Maar door samen te werken en door de focus te houden op de grote wens voor dit monument, komt het doel nu eindelijk in zicht.” aldus Van Esch. “Hopelijk duurt het niet al te lang opdat ik samen met mijn familie en onze vader kan staan bij dit monument, met vele andere nabestaanden. De Bersiap periode heeft onbeschrijflijk leed veroorzaakt en dit monument zal helpen bij de erkenning van dit leed en uiteindelijk de verwerking ervan.”
Bersiap is Maleis voor “Wees paraat” of “Geef acht!”. Het is de strijdkreet van Indonesische (para)militaire organisaties en bendes, die vrijwel direct na de capitulatie van Japan dood en verderf zaaiden onder aanvankelijk met name niet-Indonesiërs in voormalig Nederlands-Indië. Gedurende deze uiterst gewelddadige periode, waarvan de hoogtijdagen in ieder geval in de steden liep vanaf september 1945 en begin 1946, zijn duizenden (Indische) Nederlanders op gruwelijke wijze gemarteld, verkracht en vermoord door Indonesiërs, vanwege hun Nederlandse en/of Europese etniciteit. Het exacte aantal Nederlandse (burger)slachtoffers dat tijdens de Bersiap is gevallen is tot op de dag van vandaag onduidelijk. De schattingen variëren tussen de 5.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten. Ook Chinezen, Molukkers en andere bevolkingsgroepen werden slachtoffer, al is onduidelijk hoeveel.
Dat werd tijd, dat er in Nederland een monument komt voor alle mensen, die op gruwelijke wijze vermoord en gedood werden door de Indonesiërs. Waarom werd dat altijd op de lange baan geschoven? Het waren allen Nederlandse staatsburgers, maar ook Molukkers, die vooral in het KNIL zaten en die ook niet erkend werden in Nederland!
Eindelijk.
Als een Indonesische vertegenwoordiger het monument ook gaat onthullen, met excuses, dan pas zal dat stuk geschiedenis voor velen ‘afgesloten’ kunnen worden.
Dan rest de kwestie backpay nog.
Het monument is bedoeld om de slachtoffers van de Bersiap te herdenken, een gewelddadige periode aan het begin van de Indonesische Revolusi.
Over welke slachtoffers praten we precies? Er bestaat nog steeds onduidelijkheid over het aantal slachtoffers onder (Indische) Nederlanders en sympathiserende Indonesiërs in de Bersiap . Het geweld was misschien niet zo algemeen als vaak wordt verondersteld, zoals door de onderzoekers Captain en Sinke in hun boek “Geluid van Geweld. Voorlopige resultaten van een empirisch onderzoek lijken dat te bevestigen.
Het Haagse raadslid Andrew van Esch wil met het monument zijn oma van Esch geboren Doornweerd en haar vier kinderen herdenken. Maar er is iets vreemds aan de hand met zijn familie. Hoewel namen van Bersiap-slachtoffers op de website van de Oorlogsgravenstichting OGS zijn vastgelegd, ontbreken op deze web site de namen van de vijf leden van het gezin Van Esch.
Volgens Andrew van Esch overleden zijn familieleden in een ‘beschermingskamp’ aan de gevolgen van dysenterie. Lijkt het toeval dat de 5 (vij) familieleden in een tijdbestek van acht dagen stierven! Hun graf zou onbekend zijn! Maar als ze al in 1946 in de overlijdensregisters van Batavia/Jakarta zijn vastgelegd, betekent dat dat ze hoogstwaarschijnlijk begraven zijn. Zonder lijk werd niet eenvoudig een overlijdensakte afgegeven. Ze werden hoogstwaarschijnlijk begraven in Solo/Surakarta.
Het is opvallend dat in ‘beschermingskampen’ in Solo/Soerakarta tientallen mensen zijn overleden aan dysenterie en/of ondervoeding, die veel voorkwamen in Japanse interneringskampen. Een vergelijking tussen beide kampen lijkt daarom gerechtvaardigd.
Solo/Soerakarta lag in Republikeins gebied. Zelfs het Internationale Rode Kruis maar ook president Soekarno hadden deze Republikeinse Beschemingskampen in Solo/Soerakarta geïnspecteerd en hun goedkeuring aan gegeven. Het Indonesische Rode Kruis hield toezicht op de gang van zaken in deze kampen en kan ter verantwoording worden geroepen. Dt Rode kruis kan tenminste nalatigheid worden verweten door niet adequaat te reageren op een dysenterie uitbraak in de republikeinse of beschermingskampen.
In Malang was er zelfs sprake van een “dysenterie-epidemie” waarbij binnen korte tijd meer dan honderd Indische Nederlanders, met name Indo-Europeanen, stierven in Republikeinse Beschermingskampen. Ook hier ontbreken veel namen van slachtoffers op de website van de Oorlogsgravenstichting, terwijl in de overlijdensregisters in Batavia/Jakarta deze namen wel voorkomen.
Malang en Solo/Soerakarta staan niet op zichzelf. H.Th. Bussemaker spreekt in zijn boek ‘Bersiap opstand in het Paradijs’ over “Oversterfte” in deze Re kampen. Op basis van een voorlopig kwantitatief onderzoek naar sterfgevallen in Republikeinse beschermingskampen is daarvoor wel wat te zeggen.
De term ‘Beschermingskamp’ voor de Republikeinse kampen in Indonesië/Nederlands-Indië is in Nederland geïntroduceerd door mevrouw M.C. van Delden. Hoewel haar intentie misschien goed was, kan deze term misleidend zijn, omdat de omstandigheden in deze kampen vaak verre van “Beschermend” waren.
De Bersiap en de Republikeinse of Beschermingskampen staan niet op zichzelf. Voor een historisch begrip dienen de gewelddadige gebeurtenissen aan het begin van de Indonesisch Revolusi, in Nederland ook wel Bersiap genoemd EN de Republikeinse of Beschermingskampen als één proces worden beschouwd.
Geweldig nieuws!
Richard bedankt!